Blog Image

Nachtgedachten

Een oranje mens

'Waarom deel je ze niet, die gedachten van jou? Waarom begin je geen blog?' Dat vroeg een andere levenstrapeziste me. Want in dit drukke tijdperk zien we elkaar te weinig en hebben we te weinig uren, minuten, seconden om van gedachten te wisselen. 'Als je een blog had, kon ik je lezen,' zei ze nog. Die gedachte stond me wel aan. Ik heb altijd al gewild dat mensen me konden lezen. Maar u weze gewaarschuwd. Mijn gedachten zijn soms zwarter dan de nacht. Al kan ik ook een erg oranje mens zijn.

Tonke

Gedachten Posted on 2024-07-15 23:40:03

Op reis in het verre Zweden vernam ik dat Tonke Dragt was overleden. Ik heb haar nooit gekend, niet persoonlijk. Toch droeg ik die dag een wolk verdriet met me mee.

Ik was tien, denk ik, misschien negen, toen ik het eerste boek van Tonke Dragt kreeg van mijn moeder. Het was De brief voor de koning. Mijn moeder kende me goed. Ik las als kind alles wat los en vast zat. Maar ik was geen Tiny-lezer. Voor mij geen bravemeisjesboeken. De boeken van mijn broers had ik al stukgelezen. De Rode Ridder, Bas Banning, Winnetou, … En toen was daar De brief voor de koning. Ik verdween in een nieuwe wereld, een herkenbare feodale wereld die tegelijk zo nieuw en spannend was, een wereld met welklinkende namen, als het koninkrijk van Unauwen en Dagonout. Op de schutbladen van het boek had de schrijver (Tonke? Tonke Dragt? Wat was dat al een bijzondere naam!) een plattegrond getekend, waar ik tijdens het lezen steeds naar ging kijken, om de reis van Tiuri mee te volgen.

Ik opende, samen met Tiuri, de deur van de kapel en nam de opdracht – de brief afgeven aan de Zwarte ridder met het Witte schild – aan. En daar ging ik. Meegesleept werd ik, naar de stervende ridder, naar het prachtige paard, Ardanwen, naar de Rode Ruiters, de Grauwe Ridders, naar Menaures, de kluizenaar en naar Piak, die Tiuri’s vriend wordt. Naar Jaro, naar ridder Ristridin, naar Slupor, … En naar Marius natuurlijk. Marius, de Dwaas van de Boshut, het meest ontroerende personage van het verhaal, misschien omdat hij zo kwetsbaar is?

Toen ik ouder werd, zag ik de reis van Tiuri als een coming of age-roman, een weerspiegeling van mijn strijd als puber, een verhaal waarin je leert over de keuzes die je maakt in je groeiproces. Over hoe je in moeilijkheden komt, als je de regels niet volgt en je niet doet wat de anderen doen. Maar ook: hoe je pas ‘ridder’ wordt als je je eigen hart volgt.

Bij uitbreiding is het een boek over het leven. Een leven waarin je wordt geconfronteerd met goed en kwaad, en met de dood; met mensen die je vriend of je vijand kunnen zijn. Een leven waarin je verkeerd kunt worden begrepen, keuzes moet maken, jezelf steeds weer tegenkomt. Het leven: een reis door wilde wouden.

Tonke Dragt is niet meer. Maar haar boeken blijven. Ik heb ze allemaal. En allemaal heb ik ze stukgelezen. De brief voor de koning nog het meest. Toen ik nog dat nagelbijtende, jongensachtige meisje met jeans én vlechten was, was het mijn spannendste, meest aangrijpende boek. Nu, vijftig jaar later, terwijl ik door de Zweedse wouden trek, en over de winderige fjälls, besef ik dat het een handleiding werd voor het leven. Een handleiding om een Dwaas te durven zijn, nog meer dan een ridder.



Tijger

Gedachten Posted on 2022-12-13 10:00:22

Boek op het nachtkastje, lampje uit. Een keer draaien op de rechterschouder, nog een keer op de linker. Donsdeken onder de kin. Mijn holletje voor de nacht is gemaakt. Het nachtritueel is bijna volbracht. Bijna.

Ik hoef nooit lang te wachten. Is het het knippen van het lampje dat haar het sein geeft? Is het het licht dat uitgaat, de donkerte die haar roept? Ik weet het niet. Misschien is het haar geest die, verbonden met de mijne, haar het signaal geeft dat er geslapen kan worden. Serieus geslapen. Tot in de toppen van onze klauwen.

Haar pootjes op de trap, zachtjes, als bedachtzaam vingergeroffel. Maar snel. Het wachten heeft, hoe kort ook, te lang geduurd. Een aarzeling bij de deur, altijd, alsof ze toch nog van gedachten zal veranderen. Om me nog even in spanning te houden. Dan, als een dame die zich ophoudt in de juiste kringen, trippelt ze rond het bed. Haar pas zeker. Haar neus in de lucht.

Geen aanloop. Dames verlagen zich niet tot aanlopen. In één soepele sprong belandt ze op het bed, haar landing is gracieus en moet altijd even worden geëvalueerd, voor ze in een langzame sluiptocht – over het lijf van mijn geliefde – naar mijn schouder toe beweegt. Haar interne motor schiet in gang wanneer ze haar oude knoken tegen de mijne aan schurkt. Een keer draaien. Nog een keer draaien. Een voorzichtige zwiep nog met de staart. Dan zakken de decibels van de motor, gaan over in een diepe, trage ademhaling en af en toe een snurkje.

Ik heb het warm. Te warm. Maar geen haar op mijn hoofd piekert erover haar van deze troon te verjagen. Ze is mijn trouwste compagnon de route.

Tijdens slapeloze nachten begeleidt ze mijn warrige gedachten van zuinig spinnen. Op drukke dagen klauwt ze zich een weg langs mijn beste broek om aandacht. Na lange werkdagen zit ze bij de voordeur, met de rug naar me toe, werpt me over haar schouder een verongelijkte blik toe, hypnotiseert mijn jas aan het haakje, mijn voeten in mijn sloffen, mijn glas dat mag worden gevuld, schiet dan in schaduwmodus, glipt van mijn linker- naar mijn rechterenkel, als een schaatser. Begeleidt me als een meester-maitre d’ naar de bank. Nauwelijks tijd om een dekentje over mijn knieën te trekken. Daar is ze al. Een behendige tijgersprong, meer heeft ze niet nodig om me te claimen. Een poot tegen mijn buik. Haar klauwen in en uit, in en uit op het ritme van het motortje in haar gepensioneerde lijf. Ze rekt en strekt haar poten, haar rug, haar staart. Haar ogen vallen dicht. Af en toe een vertrouwelijke knipoog. Een zucht als ik wat wil gaan verzitten.

Één waren we. Sinds zij, net als ik, werd verweesd. Zij haar baasje kwijt. Ik mijn moeder. Wij deelden ons gemis.

De nacht kraakt. Buiten legt de vrieskou een blinkend wit deken op de harde grond. Het ene blad dat nog van de boom afviel, plakt verstijfd tegen de stam aan. Het getrippel op de trap blijft uit. Mijn schouder koud. Leegte vult schaamteloos het huis. Een tijger is zachtjes ingeslapen.



Licht uit

Gedachten Posted on 2021-08-26 19:17:58

Hij heeft het licht in de vuurtoren uitgedaan. Niet zomaar uitgeknipt. Hij gaf een stevige trap, en toen nog een, de scherven vlogen in het rond. Hij stak zijn middelvinger op, denderde de trap af, sloeg de deur achter zich dicht. De klap galmde na in het trappenhuis, helemaal tot boven, waar wij uitkeken over een kolkende zee, een mistige horizon.

We wachtten. Tot het donker werd. Tot de kou ons te pakken kreeg.

Toen trokken we de splinters los, ze waren diep doorgedrongen, diep onder onze huid. We likten onze wonden. Keken naar de ravage. Een reservelamp? Of we die nog hadden?

We haalden onze schouders op, daalden de trap af, telden elke trede, tot helemaal beneden. Onze vermoeide voeten uiteindelijk op de grond. In los zand.



Licht in het donker

Gedachten Posted on 2020-09-18 14:13:51

In de donkerste nacht schijnt het licht van de vuurtoren het helderst, schrijf ik op de titelpagina van Puin, mijn nieuwe boek. Een boodschap voor een gretige lezer. Ik zet er mijn naam onder, geef het boek af. Mijn kind. Mijn geesteskind.

Mijn hoofd is bij het echte kind. Het kind van vlees en bloed. Niet mijn bloed. Toch ook mijn kind. Een jongeman intussen. Als ik hem wil knuffelen, moet ik op mijn tenen staan.

Hij vecht met verdriet. Zit in een donkere nacht te staren. Hij wordt nu al, op zijn achttiende, geconfronteerd met de dood. Mijn bange hart wil hem behoeden voor al dat donkere. Maar ik weet dat dat niet kan.

Ik zie de kleuter nog voor me, die lang geleden in ons nest terechtkwam. Een bang vogeltje, zonder woorden. Tekenen deed hij alleen met zwart. Woeste zwarte uithalen op papier dat vaak scheurde.

Met vallen en opstaan leerde hij woorden te plakken op het zwart. Woorden die kleur brachten in zijn leven. Het licht in zijn hoofd ging aan. Toen hij bovenstaande tekening maakte, wist ik dat we op de goede weg waren. We. Hij.

We zagen hem groeien. We zagen hem het verknoeien. Onze weg samen was lang. Lang en moeizaam. Is dat soms nog. Hij stort zich al eens in een afgrond zonder valscherm, knalt zonder helm tegen muren op.

Vandaag zie ik hem zorgen. Volwassen beslissingen nemen. Een begrafenis regelen. Een koffietafel. Alles wat je niet wilt doen als je vecht met rouw en verdriet. Alles wat je niet hoort te doen op die leeftijd. Maar hij doet het. En mijn bange hart zwelt van trots.

Ik kan hem niet behoeden voor blutsen en builen. Voor die donkere nacht. Maar ik heb zachte pleisters en brede schouders. Ik steek het licht aan in de vuurtoren. Zodat hij de weg blijft vinden. Ik ga alvast op mijn tenen staan.



Een beetje loslaten

Gedachten Posted on 2020-03-23 20:31:18
(c) Cees van Gelderen

‘Tracht deze wereld een beetje beter achter te laten dan je hem hebt aangetroffen.’ Robert Baden-Powell

In tijden van corona brengt een mens opeens veel tijd door in zijn eigen huis. Dan loopt zo’n mens tegen dozen op die al lang ‘eens moeten worden opgeruimd’.

Ik had het al te lang uitgesteld, dat opruimen. Omdat ik ergens in mijn achterhoofd wel wist dat eentje ervan letterlijk de doos van Pandora zou worden. Ik zag in mijn (veel te) fantasierijke brein al zwarte wolken en achtvoudige slangenkoppen te voorschijn komen.

Toch heb ik ze nooit weggegooid. Ik hield ze bij. De doos die meer en meer versleet. Ik sleepte ze mee van het ene nest naar het andere.

Ideaal

Gisteren deed ik ze open. Haalde er het kaartje uit met de foto die u hierboven ziet. Ik kreeg het (met de gewone post, ik ben al erg oud) toen ik een jaar of vijftien was. Is dit jouw ideaal? was er achteraan op geschreven. In een handschrift dat ik kende. Haar naam had ze er niet onder geschreven. Vergeten misschien?

Een paar weken geleden zag ik die naam nog passeren op Facebook, en een foto van haar met met haar fantastische vriendinnen. Ze vormen nog steeds een hecht groepje.

Ik was deel van dat groepje, toen. Dat dacht ik tenminste. Na dat kaartje wist ik wel beter. Ik begreep ook opeens de besmuikte blikken en grijnsjes, de slobbergeluiden die er werden gemaakt wanneer ik passeerde. Of misschien werd ik me er toen pas bewust van. In één klap was ik een outcast geworden. Dat was ik daarvoor al, ik had het alleen niet begrepen.

Dom

Het tekende me, vele jaren. Het woog op me. Ik liep gebogen, om mijn lijf zoveel mogelijk te verbergen voor de buitenwereld; ik werd onzeker(der), vertrouwde de mensen niet meer. En ik voelde me dom. Ik had het niet begrepen immers, ik had het niet doorgehad.

Triest? Ja en nee. Ja, omdat pesten kut is en zware gevolgen heeft. Nee, omdat ik er veel van heb geleerd. Omdat ik nu weet wat vrienden zijn. Omdat ik kan invoelen hoe het voor een ander is. Omdat ik erover kan schrijven. Omdat het me – vreemd genoeg – een beter mens maakte.

Ik laat het los. Een beetje. Door dit op te schrijven. Die doos mag weg. Er komt een lege plek voor in de plaats. Een warme plek om te delen.



Dat laatste punt

Gedachten Posted on 2019-10-17 17:48:11
De zee is geen plek, het is de beleving van een eeuwigheid.
Thomas Mann

Dan staat het daar opeens, dat laatste punt van je nieuwe manuscript. Je blijft ernaar staren, omdat je het nog niet helemaal gelooft, dat het zover is, dat je een nieuw kind hebt gebaard.

Je cursor knipoogt naar je. ‘Geniet er maar van,’ lijkt hij te zeggen. ‘En laat het nu los.’

Je knikt naar hem, of is het naar jezelf? en je schouders zakken een beetje. De klem in je buik trekt zich zachtjes terug. Je kijkt terug in de tunnel van de tijd, naar al die uren achter de computer, of met je notitieboekje op je schoot in de trein, in de wachtkamer, op café … Je schreef, je dacht, bedacht je, schrapte, herschreef. En nu is het voorbij.

Terwijl je je document neurotisch op vier verschillende plekken opslaat, plan je een wandeling. Aan zee. Ergens waar de wind harder waait dan hier.

In je hoofd broedt al een nieuw idee, een gedicht duwt tegen je pen aan.

Je weet: dit is het. Dit is wat je zuurstof geeft. Hier wil je altijd terugkomen. Bij dat punt. En het volgende. En het volgende.



Mijn liefste moeke

Gedachten Posted on 2018-08-07 16:14:59

Mijn liefste kind, schreeft gij. Telkens ik uw kaartjes lees, vloeien de tranen. In mijn borst knelt een ondraaglijke pijn, alsof er iets leeft, iets dat groeit in een te klein nest, dat moet uitbreken, maar geen weg vindt.

Ik zoek u, in mijn herinneringen, in kleine dingetjes die ik van u heb bewaard. Gij zijt er niet meer en toch zijt ge zo aanwezig. Soms sta ik opeens stil, in een supermarkt, een winkel, een straat, een bibliotheek en dan knalt – pats – het besef weer tegen me aan. Dat gij er niet meer zijt, er nooit meer zult zijn. Dan vallen al mijn spieren stil, zeg ik stilletjes uw naam. Zodat ge in de lucht hangt, bij mij, om me heen.

Ik kan niet meer naar u bellen om te zeuren over mijn dag, en gij niet naar mij om te zeuren over de uwe. Dat we dan niet meer kunnen lachen samen en dat we niet meer tegen elkaar kunnen zeggen dat het ons spijt dat we zeuren.

Moederdag komt eraan. Zonder u. Is het dan nog Moederdag?
Mijn verjaardag komt eraan. Zonder u.
Zonder een kaartje van u, zonder uw stem die Lang zal ze leven zingt. Zo moedig was dat, want zonder uw liefste, die ge zo miste.

Nu ben ik het die u mis.



Missen

Gedachten Posted on 2018-05-13 15:40:11

Hoe ik u nog meer mis, op een Moederdag die we nooit vierden, wij deden dat in de zomer, op de enige echte Moederdag. Hoe blij ge altijd waart met bloemen, ook en vooral als ze niet op een speciale dag kwamen. Hoe blij ik werd van u blij te zien. Hoe graag ik u bloemen gaf. Hoe ge dan zei dat ik op vake leek. Wat triest, maar ook met een twinkel geluk in uw ogen. Hoe ik dat mis, om u blij te maken. En die twinkel in uw ogen.



Daar is het dan

Gedachten Posted on 2016-08-09 21:47:17

Na twintig jaar, weer eens een leesboek uitbrengen. Het doet wat met een mens.
Lees een stukje mee. Hopelijk maak ik u nieuwsgierig?
Klik op het pdf-icoontje.
Laat me weten wat u ervan vindt.

Drago wordt opgenomen in een pleeggezin. Hij wil er zich niet thuisvoelen, want dat ziet hij als verraad aan zijn echte ouders. Zijn pleegzus, Lisa, is minder aardig dan iedereen denkt. Zij verbergt veel voor haar ouders, en ziet Drago als een concurrent. Hoe sneller Drago weer vertrekt, hoe beter. De twee jongeren moeten tegen wil en dank samenleven in een huis dat gonst van geheimen en onderdrukte gevoelens.

Een bloedstollend verhaal over hoe samenleven nooit vanzelfsprekend is. Over keuzes maken en de gevolgen ervan dragen, je openstellen of afsluiten voor anderen. Beatrijs Peeters legt met een vlijmscherp mes haar personages bloot.




Redacteur

Gedachten Posted on 2016-03-17 20:41:28

Sommige redacteuren zijn mislukte schrijvers – maar dat zijn de meeste schrijvers ook.
– T. S. Eliot.



Voorbij

Gedachten Posted on 2015-12-24 18:38:13

Daar ligt het dan, het oude jaar, al bevroren in de tijd. Licht was het, licht en warm, koud soms, ontroerend, sterk en ongrijpbaar. Ik neem het mee, een beetje. Op weg naar onbekend en anders. Dag dag, zeg ik nog. Da-ag. Het luistert al niet meer.



Lachen en huilen

Gedachten Posted on 2015-06-11 12:38:15

Op een dag bots je op zo’n website:

http://kerfox.com/perfect-imperfections-embracing-and-empowering-positive-body-image-ker-fox-photography-st-francis-midwives-birthsource/

Je voelt je lichaam kraken van leegheid. Een rots die je weer even verplettert. Jaloezie.
Zo schoon, tegelijkertijd. Zoveel om blij om te zijn.



Dansen

Gedachten Posted on 2015-05-04 21:07:31

Ik zit in de donkere ergernis van een theaterzaal. Een snuivende heer aan mijn rechterkant, een wiebelvoet tegen de rug van mijn stoel, een kwebbelend echtpaar linksvoor, een laatkomer die de zaal doorkruist, de geur van zweet en te veel theaterrook … Afijn, u kent dat wel.
Dan komt er een engel het podium op. Niet echt natuurlijk. Ik word al eens wat lyrischer als het over de kleinkinderen gaat, al stroomt er geen druppel bloed van mij door hun aderen.
Zij is de oudste van het nest. Een zucht geleden was ze nog een vers kuikentje, pluizig en schreeuwerig, nu huppelt ze gecontroleerd met een ernstig geconcentreerd gezicht op een melodie die niet bij haar leeftijd hoort. Haar lichaam is een en al spankracht, is dat altijd al geweest, maar kreeg door de jaren heen meer ritme.
Halverwege haar dansje verdwijnt ze van het podium, om tien tellen later in een glitterjurk terug te verschijnen, met datzelfde ernstige snuitje, maar met net iets meer schwung. Door die glitters allicht.
Alleen werkelijk grote diva’s à la Minelli en Madonna schudden tijdens de show moeiteloos de kleren van zich af om met pluimen of tijgervelletjes of glitters het publiek te verrassen.
Deze kleine glitterdiva heeft geen oog voor haar publiek, ze heeft genoeg aan zichzelf, haar lange elastische benen en haar glinsterende jurk.
In mijn ooghoek houden haar ouders de adem in, trots en nerveus en lacherig en blij.
Wanneer het applaus al uitgestorven is, en een rist andere ernstige danseresjes de juiste pasjes en elkaar volgen, waart een spook in mij rond.
Een spook dat proeft naar zout en gemis.



Schrijven

Gedachten Posted on 2015-04-08 10:01:29

‘Niets is gemakkelijker dan zo te schrijven dat geen mens het begrijpt; niets is moeilijker dan belangrijke gedachten zo uit te drukken dat ieder mens ze begrijpt.
Dank u meneer Schopenhauer 🙂



Schone leeftijd

Gedachten Posted on 2013-01-11 17:53:55

Voor eens en voor altijd: er is geen ‘schone leeftijd’ om te sterven. Die woorden bieden geen troost. Ze wekken alleen maar woede op.



Zeeland

Gedachten Posted on 2012-12-13 13:32:41


Af en toe vlucht ik. Weg van alle drukte. Naar Zeeland. Het land bij de zee.
Al sinds mijn kindertijd word ik erdoor aangetrokken. Mijn ouders vertelden me dat de gynaecoloog bij mijn geboorte in allerijl van zee moest komen. Ik vermoed dat de zeelucht nog om hem heen hing toen ik ter wereld kwam. Die lucht blijft me lokken.
Het land bij de zee is het enige land waar ik, zomer of winter, mezelf kan terugvinden. De misantroop in mij mag dan vrij. In dit land hoef ik, voor even, alleen maar van mezelf te houden. Al de rest (ook al klinkt rest als iets kleins, het is iets enorms!) hoeft eventjes niet.
Zeg nu zelf, als u naar de foto kijkt … wat heeft een mens nog meer nodig?



Nobody

Gedachten Posted on 2012-10-12 11:30:59

‘Don’t wait for anybody to do anything for you, ever. If you don’t do it on your own, nobody is gonna do it for you. I promise.’

(Michael Shannon, Artistiek Directeur Koninklijke Balletschool Antwerpen)

Iets om vandaag eens serieus over na te denken …



Waarom

Gedachten Posted on 2012-10-09 13:11:24

‘Waarom doen ze het?’ vraagt hij me. Zijn grote, blauwe ogen twee breekbare vraagtekens. ‘Ik snap het niet.’ Hij zucht. Zijn schoudertjes zijn gaan hangen.
Ik wou dat ik hem kon helpen.
Maar ik kan het niet.
Soms maak ik een grapje.
‘Klop er maar op,’ zeg ik dan. ‘Schud die pesterijen maar uit hun lijf.’
Hij weet dat ik het niet meen.
Hij weet niet dat ik het in mijn diepste, zwartste dromen al vaak deed.
Ik knalde met mijn vuisten al die eigenwijze neuzen tot moes. Die van nu en die van toen.
Ik maakte hem al vaker duidelijk waarom mensen gaan pesten. Ik leg uit wat ‘frustratie’ is. Hoe klein pesters vanbinnen zijn. En hoe groot hij wel is, met zijn absorberende, gulle hart.
Echt helpen doet het niet. Zijn zelfvertrouwen is nog in de maak.
Ik denk aan vroeger. Hoe ik als uk in de veilige wereld van thuis ronddobberde. Ik wist nog niet dat de wereld daarbuiten zwart en hard kon zijn. Ik wist nog niet dat vriendinnetjes van vandaag, een dag later net zo lief weer vijandinnetjes konden worden. Ik wist nog niet dat ik in mijn puberteit dagelijks de spitsroeden zou lopen. Dat mijn toekomst daardoor zou worden getekend. Dat het me jaren kostte en heel veel harnassen, om ervan af te raken. Van die scherpe woorden, die bleven echoën in mijn onzekere hoofd. Van het venijn.
Ik droom nog vaak van een wereld zonder die hardheid. Een wereld zoals ik als uk dacht dat die was. Een veilige plek.
Ik probeer de jongen naast me die veilige plek te geven. Een plek waar hij kan bouwen aan zichzelf. Waar hij vertrouwen vindt. Zodat hij sterk wordt. Sterker dan ik ooit was.
Ik knuffel hem nog even, kijk in zijn ogen en zeg hem: ‘Denk erom: jij bent veel groter dan zij.’
Hij knikt en zegt: ‘Uhu.’ Op die leeftijd praat je niet vaak met hele woorden.
Hij springt uit de auto, zwaait zijn rugzak over zijn schouder en loopt het pad op, een tikkeltje voorovergebogen.
Ik ga een beetje dood achter mijn stuur. Ik wil hem zo graag in het holletje onder mijn arm stoppen, dicht bij mijn hart. Ik wil hem zo graag voor altijd beschermen, behoeden voor al wat kwaad en slecht is.
Hij heeft zich intussen omgedraaid en hij zwaait naar me. En hij gooit een kushandje. Ook daar zullen ze hem mee uitlachen. Maar hij blijft het doen. Zo zit hij nu eenmaal in elkaar. Sterker dan ik.
Gelukkig maar, denk ik, terwijl ik met mijn bange hart van hem wegrijd.



Please

Gedachten Posted on 2012-10-05 11:19:36



Grootzaamheid

Gedachten Posted on 2012-06-05 07:52:42

Ik noem het de uren van grootzaamheid. Die nachtelijke uren die beginnen met wakker schrikken uit een droom. Je hart klopt sneller en harder dan het behoort te doen, zo midden in de nacht. Maar je hersens nemen het al snel weer over. Ze vertellen je dat alles goed is. Het was maar een droom. Je ligt veilig in je bed. Je hebt nog uren slaap te goed. Langzaam gaat je hart terug in normale modus. Je draait je op een andere zij. Je trekt het donsdeken wat dichter tegen je aan. Je zoekt die ene lijn die je terug naar de wereld van de slaap trekt. Je wilt opnieuw wegglijden. Maar je grijze cellen (these little grey cells, nietwaar monsieur Poirot) ruiken hun kans. Ratelend schieten ze in werking. En dan moet je ook nog plassen. Je stelt het uit. Je wilt naar een nevelwereld. Ergens tussen leven en dood. Een wereld waar je lichaam en geest kunnen opladen. Waar geen zorgen zijn. Waar überhaupt geen gedachten zijn. Toch?

Je blaas werkt niet mee. Ze dringt zich heviger aan je op en uiteindelijk schuif je onder de dons uit en sluipt naar de wc. Je plast zo stil als je kan – je lief slaapt licht – en met je ogen dicht. Zo hoop je je hoofd te foppen. Je bent eigenlijk niet wakker. Zo dadelijk kruip je terug in dat warme nest en glijd je opnieuw een droom in.

Maar het is al te laat. De grootzaamheid heeft al toegeslagen. Achter je gesloten ogen is het laatste beeld van je computerscherm al in 3D opgedoken. Een to-dolijstje dringt zich aan je op. Geen klein post-it’je, zoals op je bureau, maar een lijst zo groot als een reclamepaneel aan de bushalte. En dat is nog maar het begin. Je kijkt naar de klok en merkt voor het eerst dat er tussen de uren en de minuten een dubbele punt staat dat flikkert. Aan uit, aan uit, aan uit. Niet eens per seconde. Niet op letten, schreeuw je tegen jezelf en je sluit je ogen. Je draait je om, met je rug naar het geflikker. Je bedenkt dat je nog een andere klok hebt, eentje die niet flikkert. Of wel? Die oude klok, die kocht je toen je nog alleen woonde, toen je op je eigen bizarre ritme leefde en … Stop!

Je gaat op je rug liggen. Een vogel schrikt op uit zijn slaap, fluit een schrille toon, valt weer stil. Je herinnering gaat terug naar die ene nacht, waarin je niet sliep, toen je hand eindeloos bleef voelen aan je buik, vruchteloos op zoek naar tegen beter weten in. Je dwingt je gedachten naar vrolijker dingen. Vakantie. Rust. Een to-dolijst wordt op je plafond geprojecteerd. Wat nog te doen voor je kunt vertrekken. Wat nog te regelen voor onderweg.

Je draait je opnieuw op je zij. Alsof de stand van je lichaam je gedachten kan bepalen. De kamer vult zich, samen met de rustige ademhaling van je lief, met je vader, die je nog steeds mist, met je pleegzoon, die je zorgen baart, met de woorden die je allemaal nog wilt schrijven.

Alles wordt groter. Het gemis, de zorgen, de woorden. Je hoofd lijkt een enorme zeppelin waarin alles wat een mens maar kan denken door elkaar heen bolt en botst.

De grootzaamheid wint. Altijd. Er bestaat maar een remedie. Opstaan. Stilletjes de kamer uit. Naar beneden. Een klein lichtje aan. Een kop koffie. Schrijven.

Kleine letters op een klein scherm. Ze vatten de grootzaamheid, bouwen er een kader omheen. In mijn hoofd komen alle snelwegen samen.

Wanneer straks de wekker afloopt, zal ik moe zijn. Maar er zullen gedachten vastliggen. Die komen mijn slaapkamer niet meer in.



Happiness

Gedachten Posted on 2012-03-22 13:27:00

Rules for Happiness: something to do,
someone to love, something to hope for.

~ Immanuel Kant



Kip

Gedachten Posted on 2012-03-20 10:47:04

Well, is it? I’m sure!



Alleen

Gedachten Posted on 2012-03-19 18:14:33

Alleen zijn of eenzaam? Het verlangen is naar beide.



Depressie

Gedachten Posted on 2012-02-20 16:06:22

Ik zie al een heleboel wegduikende hoofden, ogen die gauw een andere kant uitkijken, een muis die wegklikt. Dus schrijf ik het nog maar eens neer. Voor die ene die nog half en half een grap verwacht, of een halfslachtig weerbericht.
Depressie.
Het woord weegt zwaar, zo zwaar als het staartje aan de p dat loodrecht naar beneden wijst, als hing er een schietlood aan.
Had u al eens last van een depressie? En – voor de duidelijkheid – ik heb het over dat zwarte gevoel in uw geest, niet die letterlijke wolk of kolk die overdrijft en iemand als Frank De Boosere doet watertanden.
Nee, u natuurlijk niet. U heeft al wel eens een dipje. Vast wel. Maar een depressie? Zo’n angstaanjagende stinkende pot vol treurnis en vermoeidheid? Die laat u aan u voorbijgaan. Daar kiest u voor, zegt u beslist.
Er zijn momenten in het leven die mij te zwaar wegen. Ik krijg ze niet weggevaagd, al borstel ik nog zo driftig door mijn ziel.
Dit is zo’n moment. Het duurt al weken.
Het angstzweet breekt u nu helemaal uit. Die lelijke spatten van woorden bedreigen uw gelikte, afgeborstelde, blinkende wereld. Maakt u zich geen zorgen.
Om uw glanzende bestaan.
De zon schijnt. Ook voor mij. Ik kan genieten van Bach en Coldplay. Ik ga sporten. Mijn werk is netjes op tijd af. Ik glimlach en luister en praat en zing zelfs af en toe. Maar in mijn hoofd kreunt een zieke walvis onophoudelijk een klaaglied. Soms staar ik minutenlang naar mijn scherm, mijn vingers hangen besluiteloos boven het toetsenbord, gedachten druppen nauwelijks door. Of er is maar één gedachte die zich eindeloos herhaalt. Ik ben moe, ik ben moe, ik ben moe, ik ben moe … Die gedachte tuimelt een lange wenteltrap af, naar ergens diep in mij, waar ik grond weet. Ik leg ze daar neer, geef haar een dekentje, een zacht kussen. Wanneer ze eindelijk slaapt, zoek ik een andere gedachte in de bibliotheek van mijn brein. Een uitgeslapen vervangster. Ik poets haar voor de vorm nog wat op en leg haar dan de teugels om. Mijn spieren trillen als overspannen elektriciteitskabels terwijl ik haar voorttrek, al die wentelende treden opnieuw op. Als ik haar boven heb gekregen, komen mijn vingers terug in beweging en verzacht het lied van de walvis. Dan gaat het leven weer een poosje voort.
Daar kies ik voor.
Denk ik.



Vake (tris)

Gedachten Posted on 2012-02-07 18:22:46

De bomen kraken onder het gewicht van de sneeuw. Achter mij vaag nog het sissen van de ski’s over de piste. Voor mij het pad dat nergens heen lijkt te gaan, en aan me trekt als een onmogelijk verlangen. Ik sta stil, adem gouden stof in dat de vrieskou uit de ijle lucht schudt. Mijn piepende adem warmt mijn neus onder mijn sjaal. Mijn vuist klemt zich om mijn wandelstok. Ik wortel me in deze bevroren aarde en wacht. Het zonlicht snijdt gefilterd door de sparren. Werpt gele plassen tussen de stammen. Mijn hart gaat langzamer slaan. Er ritselt iets tussen de takken. Een eekhoorntje schiet het pad over. Een vogel fladdert weg, naar hogerop, naar warmte, naar licht. Dan ben je daar. Je zet er meteen flink de pas in. Ik ga achter je aan, moet even rennen om naast je te kunnen lopen. We zeggen niets. Alles is gezegd, weten we. We stappen flink door, onze ogen naar binnen gericht, we zijn ons bewust van elkaar. Er jubelt iets in mij.

Dan ben je weer weg.

Maar je hebt me aangeraakt.

Je bent nog bij me. Voor altijd. Ik ben een deel van jou.



Vake (bis)

Gedachten Posted on 2012-01-24 23:17:55

Zomaar opeens stilstaan in een kamer, met in al mijn poriën het gemis aan jou.



Vake

Gedachten Posted on 2012-01-10 17:22:29

Nooit gedacht
dat je zo zou weggaan.
Zo stil,
zo rustig,
zo vredig.
Ik zag jou altijd
vechten,
roepen tegen het onrecht van de dood,
schreeuwen
van onmacht tegen het sterven.

Nooit gedacht
dat je
er vrede mee zou nemen,
met die man met zijn zeis.
Ik zag je
hem al een dreun verkopen,
wat dacht hij wel,
magere schrokop,
dat hij jou zomaar
kon komen halen,
zo zonder weerstand
zo zonder verzet?
Jij,
de onverzettelijke?

Altijd wel gedacht
dat je zo weg zou gaan
zo stilletjes,
toen je wist dat wij
te samen rustten,
zodat we die laatste snak naar adem
niet meer hoefden
te zien.
Je zei
zonder woorden
dat het goed was,
in die laatste glans
die we kregen van
jouw hemelsblauwe ogen.
Wij dragen die ster
voor altijd
met ons mee.



Egoleed

Gedachten Posted on 2011-12-15 20:35:30

Vandaag las ik met stijgende verontwaardiging volgend bericht op Facebook:

Kluun schrijft over de dood van zijn vrouw, Enquist over haar verongelukte dochter, Van der Heijden over zijn gestorven zoon. Anjo Brombacher vindt het ethisch gezien niet juist als uitgevers egoleed zo exploiteren. Volgens hem horen ze hun auteurs te vragen: ‘Zou je dit nu wel uitgeven?’ Hij vreest dat ze eerder zeggen: ‘Schrijf maar snel door! Dan kan het nog in de catalogus, want de feestdagen komen eraan.’ Wat vindt u?”

Bron: Filosofie Magazine

Wat ik ervan vind?

Een paar jaar geleden verloor ik een baby. Nee, niet ik. We. Mijn vrouw en ik. Geen geboren baby, een buik-baby. Hij zwom nog lekker in me rond. Hoefde de wereld nog niet aan te kunnen. Mijn hele lichaam had zich naar hem gevormd. Mijn buik was een zee. Een zacht deinende beschermende zee. Mijn hart zond warme sonargolven uit naar Marius, ons zeekind. De drie eerste ‘gevaarlijke’ maanden gingen voorbij. Vanaf dan kon het alleen nog maar goed gaan. Maar het lot of de goden of de wind of wat dan ook beschikte anders. Marius stierf na vier maanden en een paar dagen dobberen.
Het zou te veel woorden in beslag nemen u uit te leggen hoe groot en diep en zwart en gruwelijk ons verdriet wel was. Hoe hard het was wakker te worden in een ziekenhuisbed, met een lege buik en een lichaam dat zich nog zwanger voelt. Weten dat je kind ergens in een container, een verbrandingsoven is terechtgekomen. Nooit vastgehouden. Nooit een aai of een knuffel, een oogopslag.
Mijn vrouw en ik, we werden niet begeleid. Troost was er, van een paar hechte vrienden. Verder niets.
Wij zochten ons blind een weg door ons verdriet.
We deden dat door te schrijven. Elk op onze eigen manier. Omdat ons bloed voor een deel uit inkt bestaat. Omdat we ergens heen moesten met ons verhaal en onze pijn. Papier is geduldig, vergeeft u me het cliché, het neemt zonder morren alles op dat je het toevertrouwt.
Bij mijn vrouw mondde dat uiteindelijk uit in prentenboeken. Eentje over de dood met De vraag van eend. Een ander over het verlies van een baby met In de zee van mama’s buik. Weet u hoeveel reacties mijn vrouw al kreeg van lezers? Hoe troostend haar boek wel was. Hoe het had geholpen met kinderen over de dood te praten. Hoe een kindje nu de dood van zijn babybroertje beter kon verwerken.

Deze zomer las ik, in een land waar de zon ook ‘s nachts bleef schijnen, Tonio, van Van der Heijden. Zijn verhaal en het onze staan ver van elkaar. Maar we delen één ding. Verlies en het verdriet erom. Ik heb driftig passages aangestreept die ik herkende. Gehuild heb ik ook, ach, ik ben een vrouw, wij – het zwakke geslacht – zijn makkelijk tot tranen te bewegen. Dankbaar was ik ook. Dat deze schrijver zijn verdriet wilde delen, de verwerking, de gedachten en gevoelens errond. En ik was ontroerd. Dat een man zich zo bloot, tot op het bot durft te geven.

In het najaar verscheen Jij bent de zon nu van Guillaume Van Der Stighelen. Een bundel gedichten/gedachten/gevoelens die hij neerschreef na het overlijden van zijn zoon Mattias. ‘Registraties van de verwarrende gevoelens die je overvallen.’ Het is veel meer dan dat. Er is ook de tekst van Mattias’ mama die je naar de keel grijpt. Er is de prachtige stem van zus Joline die door merg en been gaat. De samenhang van alle mensen die het boek en de cd maakten tot wat het is: troost. Troost, steun en herkenning voor ieder die met rouw, verlies en pijn te maken krijgt.
Ook Guillaume kreeg te horen dat hij ‘te koop liep’ met zijn overleden kind.
Te koop? Kon je die pijn maar verkopen, denk ik dan. Was het maar zo eenvoudig.

Vier boeken, vier verschillende verhalen, één thema.
Hadden ze er niet mogen zijn? Ach, die vraag behoeft toch geen antwoord meer?
Hebben al die uitgevers aan de dollars gedacht toen ze beslisten het boek uit te geven? Wat denkt u? Dat een uitgever een missionaris is, een vrijwilliger die niet werkt om den brode, maar bezoldigingsloos boeken de wereld instuurt omdat ‘de boodschap’ moet worden uitgedragen? Zag de uitgever het gat in de markt? Natuurlijk zag hij dat. Maar hij zag vast ook wat wij lezen in die boeken die er god zij dank zijn gekomen: hoe een mens terug overeind kan komen, wanneer zijn hele wereld aan stukken lijkt te zijn geslagen. Hij wist wat wij erin zouden vinden: troost en herkenning.
Hebben de schrijvers altruïstisch gedacht: ik schrijf dit op om anderen te helpen? In eerste instantie hebben ze hun pijn over het papier uitgesmeerd. ‘Help me,’ schreeuwden ze uit, ‘red me van deze pijn,’ ‘zie mijn verdriet’, ‘zie wat ik verloren heb’.
Vindt u dat vreemd? Kom, kom. Vindt u dat eenieder maar beter met zijn pijn in een hoekje kruipt en ‘dapper’ zijn tranen wegslikt?
Ik deed dat, veel te lang. Het bracht me niets. Alleen maar meer zwart.
Deze schrijvers brachten me licht. Een beetje licht in al mijn zwart. Zij verdienen mijn eeuwige dank en respect.

Egoleed?
Wie vindt er in godsnaam zulke woorden uit?



Respect

Gedachten Posted on 2011-12-07 21:59:44

Natuurlijk
heb ik ook al gegrapt met het strikje. Met het euh minder goede
Nederlands. Maar geef toe: als u daar stond met al die flitsende
camera’s op u gericht, met de blik van de koning in uw nek, met de
achterdochtige adem van het land op uw strikje … Hoe brengt u het er
dan vanaf?
Mijn Frans … ach, je me débrouille. Met priemende
wijsvingers en aasgieren omringd zou dat beetje Molière in mij al snel
verstikken. En dan heb ik het alleen maar over de taal.
Je moet het
maar durven, dacht ik al die jaren geleden, om je te outen als je in de
politiek zit en net een pedoschandaal achter de rug hebt. Ik was nog
jong toen, te jong om in te schatten hoe groot die stap werkelijk was.
Ik moest nog ontdekken hoe hard de wereld kan zijn.
Vandaag las ik in
de krant de resultaten van het Zzzip2-onderzoek, een studie naar de
levenskwaliteit van de Vlaamse holebi’s. Positief nieuws: holebi’s zijn
vaker dan gemiddeld terug te vinden in leidinggevende functies. Een
glazen plafond voor homo’s of lesbiennes lijkt dus niet te bestaan.
Andere
resultaten van de studie stemden me een beetje droef. Hetero’s kijken
nog steeds relatief negatief tegen holebi’s aan. Twaalf procent vindt
dat er te veel aandacht aan holebi’s wordt besteed. Zestien procent
vindt dat holebi’s ‘abnormaal’ zijn. Twintig procent (dus één op vijf)
vindt dat holebi’s ‘niet zoveel drukte moeten maken’ nu ze toch gelijke
rechten hebben. De helft vindt niet dat kinderen op school moeten leren dat homoseksualiteit normaal is.
Op
facebook circuleert de tekst van een bekend Sinterklaasliedje, omgezet
in een spottende tekst over onze premier. Ik bespaar u een volledige
weergave, maar het zal u niet verbazen dat woorden als ‘gedekt’,
‘kontje’ en ‘naaien’ erin voorkomen.
Ontzet zag ik de tekst ook verschijnen op het profiel van ‘vrienden’.
Diezelfde vrienden die oproepen tegen pesten op school en acties houden voor Music for Life.
Moet
dat me ook droevig stemmen? Of veeg ik het maar weer weg van de harde
schijf in mijn hoofd? Wordt de waarde van een premier gemeten aan zijn
seksualiteit of aan zijn taal? Zou het niet beter zijn te kijken naar
wat hij verwezenlijkt?
Laat ik het bij deze gedachte houden: respect
dus, dat is wat ik heb voor onze nieuwe premier. Niet om zijn politieke
ideeën, niet omdat ik opeens een socialistische of vaderlandslievende
drang voel opkomen en ook niet omdat hij homo is (als dat al respect zou
verdienen).
Maar omdat ieder mens die het lef heeft iets te bewegen op deze wereld respect verdient.